Voordelen van het opstellen van een meerjarenraming in FRIS 

Bij een predikantsvacature doet een gemeente een solvabiliteitsaanvraag bij het Classicale College voor de Behandeling van Beheerszaken (CCBB). Deze gaat vergezeld van een meerjarenraming in FRIS. En ook bij het opstellen van een nieuw beleidsplan is het handig om financieel vooruit te kijken.  

 Een paar voordelen van een meerjarenbegroting:  

  • Elke gemeente heeft een beleidsplan waarin een financiële paragraaf is opgenomen. De meerjarenraming in FRIS kan gebruikt worden om deze te maken. Dit laat zien welke uitwerking het beleidsplan heeft op de kerkelijke financiële situatie in de komende acht jaar.  
  • Een meerjarenraming in FRIS geeft direct alle uitkomsten, een eigen raming in Excel geeft deze niet. Open de meerjarenraming dus in FRIS voor de uitkomsten bij ongewijzigd beleid. Bij een ongewijzigde situatie in het komend jaar hoeft er dan geen actie meer ondernomen te worden.  
  • Je krijgt inzicht in de financiële situatie van de komende jaren. 
  • Aan de hand van een meerjarenraming kun je het beleid aanpassen of andere maatregelen nemen die effect hebben op de continuïteit van de gemeente.  
  • Je kunt de meerjarenraming in FRIS kopiëren naar de begroting voor het komende jaar.   

Een voorbeeld ter verduidelijking  

Gemeente X heeft de jaarrekening 2023 ingediend. Vanaf dat moment kan de meerjarenraming 2024 worden geopend. Daarin staan de balanscijfers van minimaal de laatste drie jaren (dus tot en met 2023), de begroting 2024, het voorstel voor 2025 en een kolom begroting 2025. In het scherm ‘totaal’ staan de exploitatiecijfers en de gevolgen voor buffer en liquiditeit.  

Deze cijfers gaan uit van ongewijzigd beleid, maar wel gecorrigeerd met de gevolgen van inflatie via de indexcijfers die op het scherm ’variabelen’ staan. Omdat er soms eenmalige bijzonderheden zijn, moeten de cijfers wel beoordeeld worden. De begroting 2024 en de begroting 2025 kunnen nog naar eigen inzicht worden aangepast. Dat werkt als volgt:  

  1. Scherm Variabelen: Controleer of de predikantsbezetting en de index onder D juist zijn. Pas ze eventueel aan. 
  2. Scherm Baten: Corrigeer per scherm eventuele eenmalige bijzonderheden en vermeld alleen de mutatie. Door het knopje ‘raming’ naar rechts te schuiven, is te zien of de cijfers voldoen aan de eigen verwachting. 
  3. Scherm Lasten: Hier geldt hetzelfde als bij het scherm baten. 
  4. Scherm Balans: Mutaties op dit scherm doen zich alleen voor als er activa worden gekocht of verkocht, aflossingen op uitstaande leningen worden ontvangen of betaald, en als er onttrekkingen/betalingen worden gedaan uit de voorzieningen. Al deze mutaties werken door op de liquiditeiten. 
  5. Eventueel kun je herwaarderingen toepassen op de activa. Zowel voor herwaardering als voor (des)investeringen zijn per rekening aparte regels beschikbaar.  
  6. Ga tot slot naar het scherm Analyse en bekijk de cijfers. Kijk ook naar het verloop van de voorzieningen: zijn die voldoende gebleken of is er te veel onttrokken zodat een extra dotatie nodig is? 
  7. Tot slot: noteer nooit eindtotalen, altijd mutaties. 

Een bijzonder punt van aandacht is de verkoop van activa (punt 4). Bij verkoop zullen over het algemeen de volgende mutaties moeten worden uitgevoerd:  

  • Bedrag afboeken van de boekwaarde. 
  • Bepaling van het resultaat (netto-opbrengst minus boekwaarde) en dat boeken als incidentele bate of last. 
  • Vrijval van de herwaardering boeken in rubriek 00 en rubriek 21.  
  • Eventueel vrij laten vallen van een voorziening die op het verkochte actief betrekking heeft. 

In de handleiding en onder de vraagtekentjes op de schermen staan andere voorbeelden.  

Als alles beoordeeld is en er akkoord is gegeven, volgt het scherm Afronden en kopiëren. Daar kunnen de gegevens gekopieerd worden naar de begroting 2025.  

>> Op 24 september 2024 is er van 19.30-21.00 uur een webinar van VKB Academy, waarin het opstellen van de meerjarenraming en begroting in FRIS worden toegelicht. Meer informatie en aanmelden

 lees verder
 
Nieuwe afdrachtsregeling voor quotum en Solidariteitskas

Plaatselijke gemeenten en diaconieën betalen jaarlijks een (verplichte) financiële bijdrage aan het bovenplaatselijke werk van de Protestantse Kerk, de zogenaamde quotisatieregeling. Hieruit wordt het landelijke werk van de kerk betaald, waaronder het classicale en synodewerk, gemeenteopbouw, de begeleiding, scholing en nascholing van predikanten en kerkelijk werkers, het jeugdwerk, oecumene, en de ondersteunende activiteiten die het kerkenwerk mogelijk maken, zoals juridische zaken, financiën en ondersteuning van gemeenten door het mobiliteitsbureau. Daarnaast is er de jaarlijkse afdracht aan de Solidariteitskas. Hiermee ondersteunen en helpen gemeenten elkaar. Een gemeente die financiële steun nodig heeft om een vernieuwend plan uit te voeren kan subsidie aanvragen uit de Solidariteitskas. Daarnaast worden specifieke vormen van pastoraat zoals het studentenpastoraat en het dovenpastoraat financieel ondersteund. 

Sterkste schouders de zwaarste lasten

Per 1 januari 2025 worden de huidige regelingen voor quotum en Solidariteitskas aangepast. De reden hiervoor dat in de huidige regeling - die dateert uit 2003 - de lasten niet evenredig over de gemeenten verdeeld zijn. Sinds 2004 is het heffingspercentage niet naar boven bijgesteld, vanaf 2008 zelfs verlaagd en daarna steeds op hetzelfde niveau gebleven. In het mozaïek van kerkplekken dat de Protestantse Kerk nu is, worden kwetsbare gemeenten en nieuwe vormen van kerk-zijn relatief het zwaarst belast. Op 15 maart jl. heeft de kleine synode daarom ingestemd met een nieuwe heffingsgrondslag voor quotum en Solidariteitskas. Hiermee worden de lasten naar draagkracht van gemeenten, dus eerlijker, verdeeld. De sterkste schouders dragen dan de zwaarste lasten.

Wat verandert er in de nieuwe quotisatieregeling?

De jaarlijkse verplichte financiële bijdrage die gemeenten en diaconieën betalen aan het bovenplaatselijke werk van de Protestantse Kerk is nu gebaseerd op een vastgesteld percentage van de opbrengsten uit ‘levend geld’, onroerend goed (exclusief inkomsten uit kerkelijke gebouwen) en overig bezit, de zogenaamde quotisatieregeling. Het diaconaal quotum is daarnaast ook gebaseerd op het aantal belijdende leden. In de nieuwe regeling betalen alle gemeenten en diaconieën een percentage over de totale baten. Doorzendcollectes, ongerealiseerde koersverschillen op effecten en herwaardering van materiële vaste activa zijn hiervan uitgezonderd. Omdat het om een andere verdeling gaat, is het percentage vanaf 1 januari 2025 lager dan de huidige 4,35 procent die gemeenten en de huidige 5,7 procent die diaconieën afdragen. Op 28 juni jl. stelde de kleine synode het nieuwe heffingspercentage voor gemeenten en diaconieën vast op 3,5 procent. In het diaconaal quotum komt de bijdrage per belijdend lid te vervallen. Uit analyse blijkt dat twee derde van de gemeenten minder gaat betalen. Dat zijn de gemeenten met veel baten uit levend geld en weinig overige baten, en gemeenten met veel belijdende leden en relatief weinig vermogen. 

Ondersteuning in het land door de dienstenorganisatie 

Uit onderzoeken en analyses blijkt dat veel gemeenten het lastig vinden om toekomstgerichte keuzes te maken. Kerkenraden, colleges en werkers in de kerk hebben een sterke behoefte aan ondersteuning. Classes ervaren dat gemeenten een groter appel op hen doen. Ze hebben daar ook meer steun bij nodig. En op landelijk niveau schuurt de complexiteit van structuren en regelgeving met de wendbaarheid die nodig is om kerk-zijn in deze tijd vorm te geven. Het is een grote uitdaging om juist voor de toekomstige generaties een vindplaats van geloof, hoop en liefde te zijn.

De dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk blijft gemeenten de toekomstbestendige en toekomstgerichte ondersteuning bieden die in deze tijd zo hard nodig is. Nieuw te vormen classisteams brengen de dienstverlening nog dichter bij de lokale gemeenten. De formatieruimte die daarvoor nodig is, neemt de dienstenorganisatie voor haar eigen rekening. Daarmee groeit de omvang van de formatie van de dienstenorganisatie niet. “Werken voor de lokale gemeenten, de kern van ons kerk-zijn, is de basis van onze dienstverlening”, zegt directeur Jurjen de Groot. “Met deze keuze voor classisteams kunnen we gemeenten die moeite hebben om staande te blijven, intensief blijven ondersteunen. Daarnaast kunnen we kerkplekken blijven helpen om kerk te zijn te midden van 18 miljoen Nederlanders, maar ook met hen meedenken over de richting die ze in de toekomst willen inslaan.”

Wat verandert er in de regeling rond de Solidariteitskas?

Tot nu toe betalen gemeenten jaarlijks een vast bedrag van € 5,00 per belijdend lid als bijdrage aan de Solidariteitskas. Hoewel de synode al in april 2009 - tijdens de bespreking van het rapport ‘De hand aan de ploeg’ - besloot dat deze bijdrage verhoogd zou worden naar € 7,50 per belijdend lid, is deze verhoging nog altijd niet doorgevoerd. De dienstenorganisatie heeft in de afgelopen jaren haar eigen reserves aangesproken om bijdragen vanuit de Solidariteitskas te verstrekken. Nu deze reserves uitgeput raken, is het nodig om de lasten en baten beter in balans te brengen en het synodebesluit uit 2009 alsnog uit te voeren. 

Omdat het aantal belijdende leden van de Protestantse Kerk al jaren krimpt en daardoor de behoefte aan onderlinge solidariteit en ondersteuning van gemeenten toeneemt, is besloten om de bijdrage niet per lid te berekenen maar gemeenten en diaconieën een bijdrage te vragen op basis van een promillage van hun totale eigen vermogen. Op 28 juni jl. stelde de kleine synode het heffingspromillage voor de bijdrage aan de Solidariteitskas vast op 1,5 promille per 1 januari 2025. De nieuwe regeling ondersteunt de solidariteitsgedachte tussen gemeenten binnen de Protestantse Kerk veel beter. Door het vermogen als basis te nemen, dragen vermogende gemeenten meer bij dan gemeenten met weinig of geen vermogen. 

In de nieuwe situatie gaan ook diaconieën aan de Solidariteitskas bijdragen. Deze is voor een belangrijk deel bestemd voor de bijdrage aan de landelijke kerk (feitelijk dus behorend onder het quotum) en voor een deel bestemd voor solidariteit naar andere diaconieën. Vanaf 1 januari 2025 kunnen diaconieën ook een beroep doen op een subsidie uit de Solidariteitskas. De criteria en voorwaarden daarvoor worden in de komende maanden vastgesteld en gepubliceerd op protestantsekerk.nl/solidariteitskas

Overgangsregeling  

De meeste gemeenten zullen straks minder gaan betalen. Gemeenten en diaconieën die als gevolg van de nieuwe regeling minimaal € 10.000 extra gaan betalen, vallen in een overgangsregeling. Landelijk zullen dat ongeveer 40 gemeenten of diaconieën zijn. Welke dat zijn, wordt eenmalig bepaald door op basis van de jaarrekening 2023 de huidige regeling te vergelijken met de nieuwe regeling. Deze gemeenten en diaconieën zullen aan het einde van 2024 apart worden benaderd. Lees meer over de overgangsregeling op protestantsekerk.nl/quotum.

Teruggave solidariteitsbijdrage vanwege directe solidariteit 

Er is een mogelijkheid om het bedrag van de heffing voor de Solidariteitskas terug te vragen. Dat geldt zowel voor het kerkrentmeesterlijk als het diaconaal deel van de bijdrage. Terugvragen kan als uw gemeente aantoonbaar solidair is met andere gemeenten en/of diaconieën. Hiervoor is een richtlijn opgesteld door de kleine synode. Aan de hand hiervan zal de commissie steunverlening de aanvraag voor terugbetaling beoordelen. De aanvraagprocedure wordt nog nader uitgewerkt. Meer over de vereisten leest u op protestantsekerk.nl/solidariteitskas.

Samengevat: wat verandert er niet en wat wel?

Qua administratie en verantwoording verandert er voor lokale gemeenten niets. Ook de verzending van aanslagen en facturen blijft gaan zoals u dat gewend was. De verandering zit in een andere berekening van het quotum en de bijdrage aan de Solidariteitskas. De belangrijkste wijzigingen op een rij:

  • In de nieuwe regeling betalen alle gemeenten en diaconieën een percentage over de totale baten. 
  • Omdat het om een andere verdeling gaat, verandert het heffingspercentage. Voor gemeenten gaat het percentage van 4,35 procent naar 3,5 procent. Voor diaconieën van 5,7 naar 3,5 procent.
  • De grootste wijziging is de belasting van incidentele baten zoals een erfenis of een boekwinst bij de verkoop van een gebouw. Hierbij wordt gekeken naar de opbrengst van 2 jaar geleden. Als bijvoorbeeld in 2023 een van de kerkelijke gebouwen is verkocht, dan betaalt u daar in 2025 een eenmalige heffing over.
  • Voor gemeenten die structureel € 10.000 of meer gaan betalen komt een overgangsregeling.
  • Twee derde van de gemeenten gaat minder betalen. Dit gaat om gemeenten met veel baten uit levend geld en weinig overige baten, en gemeenten met veel belijdende leden en relatief weinig vermogen.
  • Gemeenten met veel baten uit onroerend goed (en dan met name kerkelijke gebouwen) en veel subsidies en bijdragen werden daar tot nu toe niet of beperkt over belast, in de nieuwe situatie gebeurt dat wel.
  • Diaconieën krijgen in de nieuwe situatie twee aanslagen: een factuur voor de quotumafdracht en een factuur voor de solidariteitsbijdrage. De eerste zal bijna altijd lager uitvallen omdat het percentage van 5,7 procent naar 3,5 procent gaat en de bijdrage per belijdend lid voor deze bijdrage vervalt. De diaconale bijdrage aan de Solidariteitskas is nieuw. Deze is voor een belangrijk deel bestemd voor de bijdrage aan de landelijke kerk (feitelijk dus behorend onder het quotum) en voor een deel bestemd voor solidariteit naar andere diaconieën.
  • Als een gemeente of diaconie aantoonbaar solidair is met een andere gemeente of diaconie, kan zij het bedrag van de heffing Solidariteitskas terugvragen.

Wanneer krijgt u te maken met de nieuwe regelingen?

Het opstellen van uw begroting voor 2025 is het eerste moment waarop u gaat werken met de nieuwe regelingen. In tegenstelling tot de oude regeling zijn de te verwachten quotumafdracht en de bijdrage voor de Solidariteitskas in de nieuwe regeling gemakkelijk te berekenen, omdat het om de totale baten en/of het totale eigen vermogen van uw gemeente en diaconie gaat.

Voor meer vragen en informatie over de nieuwe quotumregeling, bel (030) 880 18 80 (tijdens werkdagen) of kijk op protestantsekerk.nl/quotum. Raadpleeg protestantsekerk.nl/solidariteitskas voor de wijzigingen in de solidariteitsbijdrage. 

Direct naar de webpagina's over quotum en Solidariteitskas:

Afdracht & Quotum

Solidariteitskas

 lees verder
 
Gratis midweek 'Ouderen in het zonnetje' 2024

De midweek 'Ouderen in het zonnetje' is bedoeld voor (mobiele) senioren die vanwege een klein sociaal netwerk en een smalle beurs al jaren niet meer op vakantie zijn geweest. Mensen die het juist zó verdienen er eens lekker onbezorgd tussenuit te gaan en de eenzaamheid even te vergeten. Zij kunnen kosteloos genieten van een heerlijke midweek inclusief ontbijt, lunch, diner en diverse leuke activiteiten. De vakanties vinden plaats op De Noordster in Dwingeloo (Drenthe), Het Grote Bos in Doorn (Utrecht) en Toppershoedje in Ouddorp (Zuid-Holland). 

Fijne week

Het worden gezellige dagen waarbij senioren onbezorgd kunnen genieten van een gevarieerd programma. Omdat de bungalows op de parken niet zijn aangepast, is het van belang dat de vakantiegasten goed ter been zijn. "Ik heb hier zo'n fijne week gehad. De begeleiders waren fantastisch, ze vlógen voor je", vertelt mevrouw Winkel (80). Ze ging in 2022 mee met de seniorenmidweek

Voorwaarden voor aanmelding

Om in aanmerking te komen voor de gratis ouderenmidweek gelden vijf voorwaarden:

  • Deelnemers zijn minimaal 70 jaar oud;
  • Deelnemers hebben een klein sociaal netwerk en/of een smalle beurs;
  • Deelnemers zijn in de afgelopen jaren niet op vakantie geweest;
  • Deelnemers hebben niet deelgenomen aan de eerder georganiseerde ouderenmidweken;
  • Alleen aanmeldingen met een motivatie (per persoon) worden in behandeling genomen.

De deelnemers kunnen door een diaconie, een andere maatschappelijke organisatie of door iemand uit hun netwerk worden aangemeld. Dat kan tot uiterlijk 18 oktober 2024 via hetvakantiebureau.nl/ouderenmidweek.

Lees meer over de diaconale vakanties van Het vakantiebureau:

Diaconale vakanties: vakantiepret voor duizenden mensen met zorgvraag

Pijl naar rechts
 lees verder
 
Gespreksmaterialen voor thema ‘Christen zijn op je werk’    

Hoe kun je christen zijn op je werk? Moet je daar evangeliseren of juist niet en kun je samen met collega’s bidden? “Veel christenen ervaren een kloof tussen hun werk enerzijds en de kerkelijke wereld anderzijds”, zegt Maarten Pijnacker Hordijk van Encour. Deze stichting helpt kerken met het ontwikkelen van een Bijbelse visie op werk en geld en hoe je hierover met gemeenteleden in gesprek kunt gaan.  

Praten over je geloof 

Pijnacker Hordijk vertelt dat er in veel kerken nauwelijks aandacht is voor dit thema. “Werk speelt een grote rol in een mensenleven. Normaliter besteden we zo’n 40 uur per week aan onze bezigheden, en dat soms wel 60 of 70 jaar lang”, zegt hij. “Maar wat is de relatie met Gods koninkrijk? Voor veel christenen is dat onduidelijk.”  

Met het initiatief ‘Christen zijn op je werk’ wil Encour gemeenten aanmoedigen over dit thema in gesprek te gaan en heeft daarvoor materialen beschikbaar. “We merken hoe belangrijk het is dat je op je werk over je geloof kunt spreken en met anderen kunt delen wat er in je omgaat”, aldus Pijnacker Hordijk. “Een gesprek daarover in de gemeente geeft goede handvatten, en het werkt mee aan gemeenteopbouw.”  

Themazondag 

Dit jaar wordt voor de 15e keer de themazondag ‘Christen zijn op je werk’ georganiseerd. “Deze wordt altijd gehouden op de eerste zondag na Dankdag, dit jaar is dat op 10 november”, vertelt Pijnacker Hordijk. “Een mooi moment waarin je in de kerkdienst aandacht kunt besteden aan dit thema.” Via de website christenzijnopjewerk.nl/educatie zijn veel materialen beschikbaar, zoals toepasselijke bijbelgedeelten, liederen, preekvoorbeelden en korte filmpjes.  

Pijnacker Hordijk adviseert gemeenten om in de de maanden september of oktober een korte enquête in de gemeente te houden met in ieder geval drie vragen:  

  • Wat is er leuk/mooi aan je werk en bezigheden?  
  • Wat vind je als christen lastig/moeilijk aan je werk en bezigheden?  
  • Hoe kunnen wij als kerk jou helpen bij jouw christen-zijn op je werk en in jouw bezigheden? 

De resultaten van deze enquête kunnen in de kerkdienst op 10 november worden besproken.  

De stichting Encour verzorgt ook gemeenteavonden over dit thema. Gemeenten kunnen zich daarvoor aanmelden via bedrijfsgebed@gmail.com.  

>> Meer informatie: christenzijnopjewerk.nl 

 lees verder
 
‘Gemeenten komen met hulp van Solidariteitskas meer tot bloei’

Dinsdagmiddag, een zonnige vergaderzaal in het kantoor van de Protestantse Kerk in Nederland, in Utrecht. Hier worden vanmiddag besluiten genomen over subsidieaanvragen die lokale protestantse gemeenten hebben ingediend bij de commissie Steunverlening van de Protestantse Kerk. Voorzitter Esmeralda Mandemaker heeft er zin in. “Iedereen is er, dus we kunnen aan de slag”, klinkt het enthousiast aan het hoofd van de vergadertafel.  

Voeten in de klei

Vier jaar is Esmeralda Mandemaker nu voorzitter van de commissie Steunverlening. Deze commissie - die bestaat uit vrijwilligers - beoordeelt aanvragen voor subsidies uit de Solidariteitskas van de Protestantse Kerk. In september 2020 nam ze het stokje over van Nico Belo. “Iemand wees me op de vacature en ik dacht ‘als hij denkt dat dit iets voor mij is, dan wil ik me daar wel in verdiepen’. Ik ben predikant en geen financieel deskundige, maar vond het hoog tijd om meer te weten over subsidieverstrekking.” Haar taken voor de commissie Steunverlening doet ze naast haar werk als gemeentepredikant in Noordwijkerhout en De ZilkVerder lezenDs. Esmeralda Mandemaker: “We moeten laten zien dat onze kerk ertoe doet”. Die combinatie vind Mandemaker prettig. “Ik ken de context van de lokale gemeente. Ik sta zelf met mijn voeten in de klei en ken de uitdagingen waar gemeenten in deze tijd mee te maken hebben.”

Groei van gemeente

Deze middag buigen de commissieleden zich over 15 nieuwe subsidieaanvragen van lokale gemeenten. Van gebouwensubsidie tot een financiële aanvraag voor een fusietraject tussen kleine gemeenten: er passeert veel de revue. De commissie bekijkt of de aanvragen in aanmerking komen voor een financiële bijdrage uit de Solidariteitskas. “Het bureau Steunverlening behandelt zo’n 130 subsidieaanvragen per jaar”, vertelt projectmedewerker Erik Vink. “Lokale gemeenten die subsidie aanvragen sturen ons - wanneer gevraagd - hun projectplan, begroting, beleidsplan, meerjarenraming en andere financiële stukken. Het bureau beoordeelt de aanvragen op inhoudelijke en financiële aspecten, passend binnen de criteria van de aangevraagde subsidie. Financiële steun uit de Solidariteitskas is altijd tijdelijk en helpt lokale gemeenten, bij wie voldoende financiële middelen ontbreken, om een goed plan te kunnen realiseren of om het toekomstperspectief te verbeteren.”  

Naar elkaar omzien

De Solidariteitskas van de Protestantse Kerk is geld van gemeenten voor gemeenten. “Jaarlijks komt een bedrag ter beschikking vanwaaruit wij subsidies kunnen verlenen”, vertelt Mandemaker. “Dit geld wordt opgebracht door alle belijdende leden van onze kerk. Vervolgens komt het ten goede aan gemeenten die het nodig hebben. Het is prachtig dat we op deze manier naar elkaar omzien, als lichaam van Christus.”

Alleen aanvragen die aan alle voorwaarden en criteria voldoen komen op de vergadertafel van de commissie Steunverlening. “Dat is te danken aan het goede voorwerk dat de collega's van bureau Steunverlening doen. Het gebeurt maar zelden dat een aanvraag terug moet naar de tekentafel.”

Solidair geld

Waar vragen lokale protestantse gemeenten zoal subsidie voor aan? “Het gaat niet alleen om gebouwensubsidies of een bijdrage in de pastoraatskosten”, vertelt Mandemaker. “Steeds meer aanvragen hebben betrekking op een bijdrage in de begeleidingskosten van fusietrajecten tussen krimpende gemeenten, maar ook voor gemeenten die zichzelf beter willen leren kennen, bijvoorbeeld door het onderzoek Nieuw Kerkelijk Peil. Ook aan jeugdwerk, kleine missionaire projecten en IZB-focustrajecten wordt regelmatig subsidie verleend.” De toegekende bedragen zijn heel verschillend. “Dat gaat van een paar honderd euro voor een klein initiatief tot tienduizenden euro’s voor een groot project”, legt Esmeralda Mandemaker uit. “Voorwaarde is dat gemeenten zelf ook bijdragen in de kosten, we subsidiëren nooit het hele projectbedrag.” Logisch, vindt ze. “Met solidair geld moet je heel goed omgaan.”

Gods leiding

Het meest verrassende aan dit werk vindt ze de spirituele kant ervan. “We zijn steeds bezig met de vraag ‘hoe dient dit de kerk, en het evangelie?' Bovendien klinken door alle subsidieaanvragen heen de verhalen van lokale protestantse gemeenten.” Mandemaker is onder de indruk van de vele initiatieven. “Mensen werken keihard om mooie dingen te organiseren voor hun kerk. Dat brengt echt iets teweeg in een gemeenschap.”

Er is ook een andere kant: kerken die in zwaar weer verkeren. “Dat is schrijnend. Zo’n gemeente willen we verder helpen. Dan biedt een subsidieverstrekking nieuwe kansen. Het is mooi dat ons werk hieraan bijdraagt. Daar ervaar ik Gods leiding in. Stiekem denk ik dan weleens: Zie je wel, de heilige Geest waait, ook nu.”

Webinars

Steeds meer protestantse gemeenten weten de Solidariteitskas te vinden. De afgelopen jaren zijn de subsidiemogelijkheden meer onder de aandacht gebracht. Dat gebeurt bijvoorbeeld door het geven van webinars, samen met VKB Kerkrentmeesters. Het is nodig om de subsidiemogelijkheden binnen de kerk op het netvlies van ambtsdragers te houden, vindt ds. Mandemaker. “De kerk wordt kleiner, ambtsdragers wisselen en kennen ook niet altijd de mogelijkheden. Het is belangrijk dat gemeenten weten dat je voor allerlei zaken bij ons terechtkunt.” 

Tot bloei komen

De Solidariteitskas is een prachtig instrument binnen de kerk, vindt ds. Mandemaker. “Het is fantastisch dat gemeenten voor elkaar klaarstaan. Of je nu klein bent of groot, je kunt op steun rekenen van andere gemeenten. Samen zijn we het lichaam van Christus. Met elkaar hebben we de verantwoordelijkheid om kerk te zijn en het evangelie uit te dragen. Gemeenten komen meer tot bloei, soms op plekken waar het Woord verstomd leek.” 

Solidariteitskas: van gemeenten, voor gemeenten

Gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland dragen bij aan de Solidariteitskas. Iedere protestantse gemeente die financiële steun nodig heeft of geld om een vernieuwend plan uit te voeren, kan subsidie aanvragen bij de Solidariteitskas. 

Bron artikel: Kerkbeheer, magazine van de Vereniging Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB)

Lees meer over de nieuwe afdrachtsregeling voor quotum en Solidariteitskas:

Nieuwe afdrachtsregeling voor quotum en Solidariteitskas

8 jul 2024

 

 lees verder
 
Benoemingen generale synode juni 2024

Protestantse Theologische Universiteit (PThU)

  • Drs. H. Bertels-Stam MBA, ingestemd met benoeming als lid van de raad van toezicht
  • Prof.dr. L.E.C. van der Sluis, ingestemd met benoeming als lid van de raad van toezicht 
 lees verder
 
Protestantse Kerk krijgt predikant, pastor en kerkelijk werker 

In de afgelopen jaren voerde de synode een diepgaand gesprek over het ambt. Het rapport ‘Ruimte voor Woord en Geest’, dat de drie beroepsprofielen naar de praktijk vertaalt, is de afsluiting van de laatste fase van het ambtstraject. Aan de start van de dag lichtte ds. Trijnie Bouw – vanaf 1 juni de nieuwe preses van de generale synode - het proces van de afgelopen jaren toe. Het ontstaan van het mozaïek van kerkplekken vergeleek ze met een vloot van boten. “Lange tijd leken die boten op elkaar, ook al konden ze van kleur en koers verschillen. Nu zien we allerlei soorten boten in het mozaïek. Die nieuwe werkelijkheid vroeg om een hernieuwde theologische doordenking.” 

Werkers nodig in de wijngaard 

Voor de synode tot besluitvorming kon overgaan, waren er nog veel vragen over de voorstellen in het rapport 'Ruimte voor Woord en Geest’ en vooral over de differentiatie tussen predikant en pastor. Ook de manier waarop de classis wordt betrokken riep vragen op. De mogelijkheid dat een lokale gemeente straks ‘discussie’ krijgt over het aantrekken van een pastor of een predikant werd aan de orde gesteld, en ook de vraag of de ‘complexiteit’ nu niet indirect verschoven wordt naar die van de gemeenten. “Vraagt de mate van complexiteit van een gemeente misschien niet meer om senioriteit van een voorganger dan om zijn of haar opleidingsniveau?”, vroeg een synodelid zich af. Een ander wist niet of het wel bij het eeuwenoude systeem van de kerk (dat de basis ligt bij lokale gemeenten) past om de classis een bepalende rol te geven bij het beroepen van een voorganger.  

Er klonk ook dankbaarheid. “Ik ben blij dat er nu een voorstel ligt voor een niveau 6-pastor en een niveau 7-predikant. De complexiteit van een gemeente kan juist helpen om onderscheid te maken in het beroepen van een predikant of pastor”, klonk het vanuit de vergaderzaal. Een ander hoopt dat de synode vandaag eindelijk de kerkelijk werkers ‘omarmt’ en een eind maakt aan een gesprek van 20 jaar over hun positie in de kerk. Dat het in de kerk moet gaan om hoe we de boodschap van Jezus Christus op een passende manier vorm en inhoud kunnen blijven geven, is een krachtig geluid vanuit de zaal. “Er zijn werkers nodig in de wijngaard”, zei synodelid ds. Veenstra. “Elke geroepene zal een eigen weg moeten zoeken om aan zijn of haar  roeping gestalte te geven en erin te groeien. Onze taak als kerk is om een gedegen basis te leveren waarop zij hun weg kunnen vinden, zodat de kerk gediend kan worden met hun gaven.” 

Drie beroepsprofielen 

Na een lange vergaderdag over de voorstellen in het rapport, de behandeling van twee tegenvoorstellen, amendementen en moties besloot de synode dat er drie beroepsprofielen komen voor werkers in de Protestantse Kerk. Deze profielen laten ruimte voor een grote variatie aan werkers. De predikant en pastor kunnen beiden als dienaar van het Woord aan de slag en werken voor de gehele gemeente, de kerkelijk werker op een deelterrein. Daarnaast is er een belangrijke en blijvende taak voor werkers in het categoriaal pastoraat en voor pioniers. Scriba René de Reuver is dankbaar met deze belangrijke stap: “Alle werkers zijn nodig om als kerk onze grootste taak te kunnen blijven uitvoeren: God ter sprake brengen in onze samenleving. Dit is een belangrijk moment voor onze Protestantse Kerk. We schrijven vandaag geschiedenis.” 

Bij de pastor hoort werk- en denkniveau 6. Dit kan worden bereikt door een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs. De predikant heeft werk- en denkniveau 7 (dat betekent dat hij of zij een master gemeentepredikant heeft afgerond bij de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) of 8 (gepromoveerd). Pastores werken in minder complexe contexten, van predikanten wordt verwacht dat zij functioneren in meer complexe situaties. Bij een vacature kijkt de gemeente onder begeleiding van een consulent of de context vraagt om een pastor of een predikant. Er zullen consulenten worden toegerust om gemeenten te helpen bij deze zoektocht.  

Differentiatie doet ertoe 

Jurjen de Groot, directeur van de dienstenorganisatie, vertelde meer over de wijze waarop de differentiatie tussen de predikant en pastor mogelijk wordt. Daarbij is gekeken naar het functiewaarderingssysteem van de rijksoverheid. “Differentiatie kan op twee manieren: door kennis en inzicht, en door complexiteit van de context”, vertelde de Groot. “Van een predikant wordt verwacht dat hij of zij meer belangen verdedigt, en een meer doorslaggevende rol vervult in het bereiken van strategische doelen. De pastor werkt in een context met meer helderheid over de doelstellingen die hij of zij heeft uit te voeren. Bij een vacature in een gemeente kunnen op dat moment dusdanige complexe factoren spelen, dat het nodig is een predikant aan te stellen. Bij een volgende vacature wordt de situatie opnieuw bekeken. De gemeente kan zich dan weer in een fase bevinden waarin een pastor wordt beroepen.” 

Moderamenlid Jonathan Stam voegt toe dat er nu al veel kerkplekken zijn waar meerdere werkers aan de slag zijn. “We focussen nu op plekken waar één voorganger werkt. Maar juist in de plekken met meerdere werkers zijn de differentiatie en het belang om de kerkelijk werkers een positie te geven belangrijk. Dan kun je met alle verschillende gaven een heel goed team samenstellen.” 

Eén rechtspositie voor alle werkers 

Er komt één kerkelijke rechtspositie voor alle drie beroepsprofielen. Op basis van de huidige regeling voor predikanten komt er een pakket van arbeidsvoorwaarden waarbij de beloning plaatsvindt op basis van functiewaardering. Bepalend daarvoor is het werk- en  denkniveau dat nodig is voor de werkplek, niet dat van de persoon die de werkplek vervult. Deze regeling geldt bij nieuwe aanstellingen of op verzoek, voor bestaande regelingen komt een overgangsregeling. 

Levenslang leren 

De synode hecht er groot belang aan dat alle dienaren des Woords en kerkelijk werkers levenslang leren. Door permanente educatie verplicht te stellen kon de synode de differentiatie in predikant en pastor uiteindelijk aanvaarden. Er zullen voor de niveau 6-permanente educatie modules ontwikkeld worden die leiden tot de (pre)master gemeentepredikant. Hiermee wordt – hoewel het een vrije keuze blijft – het bereiken van niveau 7 door dienaren des Woords blijvend gestimuleerd en gefaciliteerd. De Protestantse Theologische Universiteit geldt als ‘hoofdaannemer’ bij de inrichting van deze permanente educatie. 

De kerk en de opleidingen zullen samen werken aan de ontwikkeling van leer-werktrajecten. De drie beroepsprofielen vormen het uitgangspunt voor het gesprek hierover. Voor zij-instromers, doorstromers en voor kerkelijk werkers en pioniers die al als ‘pastor’ actief zijn, komt een route voor de erkenning van hun ‘eerder verworven competenties. Iedereen die studeert voor kerkelijk werker, pastor of predikant wordt ingeschreven in een kerkelijk album en neemt deel aan een geschiktheidsonderzoek, inclusief (eventueel) een assessment.  

Samenwerking bevorderen 

De synode vindt dat samenwerking tussen de verschillende werkers en hun gemeenten bevorderd moet worden, met aandacht voor permanente educatie, intervisie,  werkgemeenschappen en teamvorming. Flexibiliteit en maatwerk zijn daarbij een vereiste. De classes zal worden gevraagd hierop beleid te maken, met ondersteuning vanuit de dienstenorganisatie. 

De brede moderamina van de classicale vergaderingen (BMCV) moeten altijd toestemming geven voor het stellen van een vacature in een van de drie profielen, waarbij - in het geval van de keuze voor een pastor of predikant - zij ook de gevolgde weging toetsen. 

De implementatie  

De synode gaf het bestuur van de dienstenorganisatie de opdracht een begeleidingscommissie in te stellen die zorgdraagt voor de verdere uitwerking en implementatie. Deze begeleidingscommissie ziet toe op het geheel van de implementatie en brengt daar over verslag uit aan de generale synode. Een bijzondere commissie van rapport – samengesteld uit synodeleden – houdt toezicht op de uitwerking van het ‘instrument’ voor de gemeenten om te komen tot een vacature voor pastor of voor predikant.  

Deze begeleidingscommissie moet bij de uitwerking zoveel mogelijk de verbinding zoeken met andere initiatieven, zoals toekomstbestendige dienstverlening, het programma ‘Lichter op pad’ en het project ‘Duurzaam luthers’. Ook ziet deze commissie erop toe dat de afstemming met betrokkenen, belanghebbenden en (advies)organen zorgvuldig verloopt. 

Het moderamen zal het generale college voor de kerkorde (GCKO) vragen om voorstellen tot aanpassing van de kerkorde te doen, zodat de drie beroepsprofielen hierin een plaats krijgen. Deze voorstellen worden zo mogelijk voorgelegd aan de synode in de vergadering van november 2024. 

Richting wijzen 

Met dit besluit wordt een lang en diepgaand gesprek over het ambt in de synode afgerond, en volgt nu de implementatiefase. Preses ds. Bouw is dankbaar dat de synode richting heeft gewezen. Ze benoemt daarbij de pijn dat nog meer overeenstemming niet gelukt is (de synode was niet unaniem in haar besluit), maar is dankbaar dat de synode elkaar wel vasthoudt. “We weten dat we in een brede kerk leven. Als wij dit met elkaar kunnen, als broeders en zusters in geloof, dan heeft dat een uitstraling en gelijkwaardigheid waar we dankbaar voor mogen zijn.” 

Lees meer:

Protestantse Kerk en de visie op het ambt

 lees verder
 
‘De kerk zal blijven opstaan voor alle mensen in nood’

De situatie voor vluchtelingen, migranten en ongedocumenteerden lijkt er flink op achteruit te gaan in Nederland nu de nieuwe coalitie ‘het strengste asielbeleid ooit’ heeft aangekondigd. Kerken en maatschappelijke organisaties zullen op deze nood moeten acteren. Jurjen de Groot, directeur van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk, sprak met medewerkers van drie initiatieven in Utrecht die mensen zonder papieren helpen en begeleiden.  

Op adem komen 

De eerste stop is bij stichting De Toevlucht, een 24uurs-opvang voor 24 ongedocumenteerde mannen in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. “Dit is onze woonkamer”, zegt coördinator Ageeth Weelink als De Groot de ruimte op de eerste verdieping binnenstapt. Met spelletjes in de boekenkast, een gezellige zithoek en prenten aan de muur ziet het er gezellig uit. Dat is belangrijk, aldus Weelink. “Het is goed dat onze bezoekers hier tot rust kunnen komen.” De Toevlucht startte in 2013 als sobere opvang. “We hadden alleen matrassen op de grond liggen”, weet Weelink nog. “ Als er een kerkdienst was op zondag, moesten die eerst aan de kant.” Bezoekers mogen maximaal drie maanden blijven. Ze krijgen een bed, eten, begeleiding en medische hulp en juridische begeleiding door Vluchtelingenwerk. “Een eigen plek is van onschatbare waarde”, zegt afdelingsmanager Hester Oosterbroek. “Als mensen op adem komen, kunnen ze beter nadenken over hun toekomst.” Binnen drie maanden weet Vluchtelingenwerk of iemand een kans maakt om te mogen blijven of niet, meldt Weelink. “Wanneer mensen niet kunnen blijven, denken we mee over vervolgstappen of bespreken we de mogelijkheid van terugkeer.” Voorwaarde voor een verblijf in De Toevlucht is dat mensen meewerken aan begeleiding en zelf echt stappen willen zetten. Dat werpt vruchten af: twee derde van de gasten krijgt uiteindelijk wel een verblijfsvergunning.  

In gesprek in de huiskamer van De Toevlucht

Dankbaar voor iedere minuut 

Joseph uit Oeganda verblijft sinds kort in De Toevlucht. Hij is journalist en kreeg problemen met de overheid van zijn land. Hij vroeg asiel aan in Nederland maar kreeg nul op het rekest. “Een afwijzing doet pijn”, zegt hij. “Ik kan nergens heen. Daarom ben ik dankbaar dat ik nu hier kan zijn, in De Toevlucht. Ik kan niet omschrijven hoe dat voelt. ‘Kom tot Mij en Ik zal je rust geven’, zegt Jezus in Matteüs 11:28. Deze plek geeft me die rust, en ik kan weer lachen. Ik ben dankbaar voor iedere minuut dat ik hier ben.”   

Opstaan voor mensen in nood 

De kracht van De Toevlucht zit volgens voorzitter Johannes Oosterbroek vooral in de begeleiding die mensen krijgen, naast een bed, bad en brood. “Dat is zo belangrijk. Daar blijven we ons hard voor maken.” Oosterbroek vraagt De Groot hoe de kerk omgaat met de voorspelde gure wind. “Er komen mensen op de tocht te staan van wie wij allemaal vinden dat dat niet zou mogen. Deze mensen zijn hier en ze blijven komen, maar het beleid van de overheid is ontmenselijken en wegkijken.” 

“Ieder mens, in wat voor situatie hij of zij zich ook bevindt, heeft het recht om gezien en gesteund te worden”, aldus De Groot. “We beseffen ons dat mensen soms terugmoeten naar hun eigen land. Als een terugkeer niet lukt of zelfs levensgevaarlijk is, vallen ze tussen wal en schip. In zo’n situatie kun je als kerk niet aan de kant blijven staan.” De Groot benadrukt dat er nog altijd heel veel Nederlanders in lokale kerken bewogen zijn met anderen. “Dat gaat een nieuw kabinet niet tegenhouden. De kerk zal blijven opstaan voor alle mensen in nood. Dat doen we altijd als er mensen zijn die hulp nodig hebben.”  

Visie Protestantse Kerk 

De Protestantse Kerk komt op voor een vluchtelingenbeleid dat de internationale verdragen rond mensenrechten en de rechten van vluchtelingen en kinderen respecteert, zoals het VN-Vluchtelingenverdrag en het Kinderrechtenverdrag. De kerk staat hierbij midden in de samenleving en is tegelijk kritisch als afspraken niet nagekomen worden (helpen onder protest). 

Blijven ontwikkelen 

De tweede stop is bij Villa Vrede, een centrum aan de rand van park Transwijk, dat dagopvang biedt aan mensen zonder papieren. Een plek midden in het groen, waar je letterlijk even tot rust kunt komen. “Alles wat je hier ziet is door onze bezoekers zelf gedaan”, vertelt coördinator Jaap Meeuwsen. “De vloeren zijn door hen gelegd, de muren gestuct en alle spullen komen van Marktplaats.”  

Villa Vrede biedt de bezoekers diverse activiteiten, zoals een kapperstraing, taal- of presentatiecursus zodat mensen zich kunnen blijven ontwikkelen. Meeuwsen vindt de veerkracht van de bezoekers bijzonder. “Mensen zijn getraumatiseerd als ze in Nederland komen, en vertellen dan een verhaal dat niet helemaal klopt met de feiten. Vervolgens wordt hun aanvraag afgewezen.” Zijn ervaring is dat - als mensen tot rust komen en beter na kunnen denken - en alsnog in gesprek gaan met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), ze soms alsnog een verblijfsvergunning krijgen.  

Het bezoek aan Villa Vrede

In de wacht 

Craig (22) komt nu drie maanden in Villa Vrede. “Ik kan hier gewoon even komen zitten.” Hij is in Nederland geboren, maar vertrok met zijn moeder naar Frankrijk toen hij 8 was. Nu hij weer terug wil, krijgt hij geen verblijfsvergunning. Omdat hij geen papieren heeft, kan hij niet werken en niet naar school. Vluchtelingenwerk staat hem bij. “Mijn leven staat in de wacht. Ik ben een paar maanden bij De Toevlucht geweest, maar nu slaap ik bij vrienden, of buiten.” Het leven van mensen wordt totaal overhoop gegooid, weet Jaap: “Craig is een energiek persoon, hij is slim en kan gewoon wat. Hij zou heel graag naar school willen.” Ook Habib komt regelmatig bij Villa Vrede. Nadat zijn asielaanvraag was afgewezen, stond zijn leven op zijn kop. “Ik had helemaal geen verwachtingen meer. Mijn broer - die hier ook is - en ik wisten niet meer hoe we verder moesten. Via Villa Vrede kwamen we in contact met iemand die kleding maakte van gebruikte materialen. We zijn ons daarin gaan verdiepen en maken nu onze eigen kleding.” Een afwijzing van een asielanaanvraag zet het leven van mensen stil. “Hun leven staat in de wacht”, aldus Meeuwsen. “Wij zeggen: blijf je ontwikkelen, dat is veel beter dan wanneer je niets doet. We sporen hen aan een keuze te maken. Blijf ik in Nederland zonder papieren, ga ik terug, of probeer ik het nog een keer?”   

Waarde van persoonlijke aandacht 

“Het geheim van Villa Vrede is dat ze echt met de mensen praten en niet alleen maar over hen”, weet Marieke Sillevis Smit. Namens de Protestantse Gemeente Utrecht is ze pastor voor ongedocumenteerden. Ze is vandaag mee met het werkbezoek, en kent de problematiek als geen ander. “Als je de doelgroep spreekt, begrijp je waar ze vandaan komen en wat hun cultuur is. Dat komt veel meer binnen. Dat zou de overheid ook moeten doen. Dan kan ze er niet meer omheen.” De Groot kan dit alleen maar beamen. Wat hem triggert in de verhalen van vanmorgen is de waarde van nabijheid en persoonlijke aandacht voor mensen. " De mens echt als mens zien, daar staan we als kerk voor. Met persoonlijke aandacht blijken de resultaten beter. Mensen zijn meer bereid om uiteindelijk terug te gaan naar hun land of er wordt toch een verblijfsvergunning gevonden.”  

Gastvrije gemeente 

Stop nummer drie is bij Huis van Vrede, een kerk annex inloophuis midden in de wijk Kanaleneiland in Utrecht, pal naast De Toevlucht. Henk Bouma, beheerder en tevens ‘dominee’ van deze kerk, heeft deze plek ongeveer 15 jaar geleden met een groep vrienden opgezet. “Ik werd namens de Nederlandse Gereformeerde kerken gevraagd om hier de kloof tussen christenen en moslims te verkleinen. Daarom begonnen we een buurtcentrum in een wijk waar veel moslims wonen. Iedereen is hier welkom, en wij gaan ook naar iedereen toe.” Sillevis Smit noemt dit de ‘meest gastvrije gemeente’ in Utrecht. “De kerkleden nemen mensen op in huis als iemand geen onderdak heeft, en zijn ook heel gastvrij voor mensen buiten de gemeente.” Volgens Henk Bouma is dat juist de kracht van de gemeenschap. “Ik zeg altijd ‘ denk vanuit overvloed, en niet vanuit schaarste’. Je hebt alle groepjes hier nodig om elkaar te kunnen helpen, Nederlanders en migranten.”  

De lunch in Huis van Vrede wordt geopend met gebed

Ook deze dinsdag bruist het van de activiteiten. Er wordt een lunch voorbereid waar iedereen kan aanschuiven, er is een naaiatelier, en voor sommigen is dit vandaag hun mobiele werkplek. “De meeste activiteiten regelen de mensen hier allemaal zelf”, zegt Henk Bouma. “Ik ben er alleen voor de coördinatie.” Alleen samen kom je verder, dat is duidelijk te zien in Huis van Vrede. “We leven het voor door zelf je fouten te laten zien”, aldus Bouma. “Als we ruzie hebben in ons team, wil ik dat de hele buurt het ziet. Als je iets fout doet, mag je door genade altijd weer terugkomen. Onze buurt moet zien dat wij ook constant dingen fout doen, maar steeds weer vergeven worden.” Daar zit veel kracht in, vindt ook De Groot. “Christus is in de rauwheid van het leven te vinden. Het is onze opdracht om juist daar te zijn waar het leven pijn doet.”  

Persoonlijke aandacht is belangrijk 

De dag wordt afgesloten met een bezoek aan Rachel Streefland, wethouder Asiel en Migratie van de stad Utrecht, samen met de diaconie van de Protestantse Gemeente Utrecht. Jurjen de Groot vertelt over de bezoeken aan de drie initiatieven voor mensen zonder papieren. “Ik ben onder de indruk van de betrokkenheid van zoveel mensen bij deze thematiek”, vertelt hij. “Steeds weer hoorden we dat de samenwerking tussen het gemeentebestuur en de initiatieven hier goed is.” Hij deelt zijn bezorgdheid over de gure wind die – met de komst van een nieuw kabinet - gaat waaien over dit thema. “Ik vind het belangrijk dat we kijken welke positie we als kerk gaan innemen. We zijn een beweging van lokale kerken waar mensen bewogen zijn met anderen. Als landelijke kerk proberen we dit waar mogelijk te ondersteunen.” Wat De Groot tijdens het werkbezoek vooral hoorde is dat persoonlijke aandacht heel belangrijk is.”Dat is voor de lange termijn veel beter dan harde woorden waarmee je mensen opjaagt en in paniek maakt. Wanneer mensen zich gezien voelen en tot rust komen, kunnen ze beter nadenken over hun toekomst. En ja, dan kan de uitkomst zijn dat terugkeer naar eigen land de enige optie is, of dat je nogmaals probeert een verblijfsvergunning te krijgen. In alle gevallen verdienen deze mensen onze hulp en begeleiding.”

Bij de entree van het stadhuis in Utrecht

Koers houden 

Rachel Streefland beaamt de goede samenwerking tussen de burgerlijke gemeente en de initiatieven voor ongedocumenteerden in Utrecht. “We kijken altijd naar wat iemand nodig heeft”, zegt ze. Natuurlijk is het stoeien met de andere kant van het verhaal. “Begrenzing is nodig, anders kunnen we het niet aan. Daarom zijn er ook stevige gesprekken met partners, en moeten we soms werken aan terugkeer.” Waar het kan, probeert de wethouder koers te houden voor kwetsbaren in de stad Utrecht. “Het is soms ingewikkeld: waar laveer je, wat is je lokale bevoegdheid en waar zit spanning op in het regeerakkoord? Dan is het fijn als kerk en burgerlijke gemeente elkaar goed weten te vinden. Zo was er goed contact met de diaconie hier in Utrecht over de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. We hebben gezien dat de kerken met hun grote achterban echt van betekenis zijn.” Streefland vindt het belangrijk dat de kerk zich ook uitspreekt over de situatie van arbeidsmigranten die – vaak onder erbarmelijke omstandigheden – hier verblijven. “Mensen zitten vast in verregaande flexconstructies.” Samen kijken naar mogelijkheden kan bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting, vindt Streefland. “Met lokale diaconieën en de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) zijn we aan het nadenken hoe je de rol met de achterban kunt vergroten. Te denken valt aan diverse woonvormen waar mensen met elkaar kunnen wonen en leven. Dan krijg je evenwicht, en rust in de levens van mensen.”  

In gesprek in het kantoor van wethouder Rachel Streefland

Waar het leven schuurt 

‘De mens zien als uitgangspunt’, dat wil Streefland de kerk meegeven in deze ongure tijden. Jurjen de Groot verwacht dat veel mensen in de kerk zich hieraan kunnen verbinden. Hij benoemt dat diaconieën in het land al enorm veel doen voor mensen in de marge, zoals statushouders aan een woning helpen via de Thuisgevers. “Als kerk verlangen we ernaar om in de samenleving op zoek te gaan naar waar het leven schuurt, naar Jezus’ voorbeeld”, zegt hij. “Dat zijn plekken waar we nog wel wat te doen hebben”, vindt ook Streefland.  

 Lees meer:

Wat doet de Protestantse Kerk voor vluchtelingen?

 lees verder
 
Collecterooster Protestantse Kerk/Kerk in Actie 2025 is uit!

Extra informatie per collecte

Het landelijke collecterooster 2025 geeft bij elke collecte een korte omschrijving en soms ook een aansprekend persoonlijk verhaal om bij de aankondiging van de collecte te gebruiken. Bij elke collecte wordt verwezen naar meer informatie over het project. In de brochure staan ook tips voor een maximale collecteopbrengst, nuttige achtergrondinformatie en afdrachtgegevens

Bijzondere momenten

Een aantal collecten is verbonden aan bijzondere momenten. Zo collecteer je bijvoorbeeld op de zondag voor bevrijdingsdag voor noodhulp aan vluchtelingen uit Soedan, op Biddag voor duurzame landbouw in Noord-Kameroen en rond Wereldvluchtelingendag voor  een beter leven voor vluchtelingen in ons eigen land.

Geloven in delen

Jurjen de Groot, directeur van de dienstenorganisatie, is dankbaar dat ieder jaar weer zoveel gemeenten collecteren voor het werk van Kerk in Actie en de Protestantse Kerk als geheel. “Als Protestantse Kerk en Kerk in Actie gelóven we in wat we vragen. Met het collecterooster kun je daaraan handen en voeten geven, in afhankelijkheid van onze God. We vertrouwen erop dat Hij - ook in 2025 - ons werk wil zegenen. Dan zal er genoeg zijn voor velen.”

Extra exemplaren nodig?

Diakenen, zwo-commissies en kerkrentmeesters krijgen het collecterooster 2025 toegestuurd, het is ook online te vinden. Extra exemplaren kun je bestellen via de webwinkel van de Protestantse Kerk.

Collecterooster 2025

Lees hoe je als gemeente een van de actielanden van Kerk in Actie kunt steunen:

'Samen in actie': meer materialen bij projecten van Kerk in Actie

16 okt 2023
 lees verder
 
Materialen om Keti Koti onder de aandacht te brengen in de gemeente

Liedsuggesties voor de kerkdienst 

Op 30 juni – de zondag voorafgaand aan Keti Koti – kun je aandacht besteden aan het slavernijverleden. Op de themapagina Slavernijverleden vind je suggesties voor Psalmen, liederen en spirituals voor de kerkdienst.

Collecteer voor project Kerk in Actie

In Ghana werken naar schatting 20.000 kinderen en jongeren onder dwang in de visserij. Via het programma werelddiaconaat ondersteunt Kerk in Actie de organisatie Challenging Heights die zich inzet om deze kinderen te bevrijden, op te vangen en te herenigen met familie. Via kinderrechtencomité’s, kinderclubs en voorlichting aan traditionele en religieuze leiders worden inwoners van vissersplaatsen bewust gemaakt dat kinderarbeid schadelijk en verboden is, en dat onderwijs de beste manier is om uit de spiraal van armoede te komen. Gezagsdragers worden getraind om de wet te handhaven, zodat mensen die kinderen aan het werk zetten gestraft worden. Via deze link vind je meer informatie en collectematerialen bij dit project.

Bijbelstudies 'Geroepen om vrij te zijn'

De bijbelstudies in het boekje ‘Geroepen om vrij te zijn’belichten bijbelverhalen over slavernij en vrijheid. De verhalen worden uitgelegd en geduid, er is materiaal toegespitst op kinderen, en er zijn reflectie- en gespreksvragen voor persoonlijk gebruik of in groepsverband. Theologen van verschillende kerkelijke en culturele achtergrond schreven. Ook bevat het boekje een interview met de Surinaamse Ritania Wirth over hoe het slavernijverleden doorwerkt in de tegenwoordige tijd. Bestel ‘Geroepen om vrij te zijn’

Tentoonstelling ‘Christendom en slavernij’

Bezoek deze zomer ‘Christendom en slavernijEen Nederlands verhaal’ in museum Catharijneconvent in Utrecht. Deze tentoonstelling is relevant voor iedereen. Aan de hand van historische bronnen, persoonlijke reflecties, onderbelichte perspectieven en hedendaagse kunst krijg je inzicht in de vaak onbesproken relatie tussen het christendom en het Nederlandse slavernijverleden. Het christendom had een cruciale invloed op het denken over slavernij. Zowel de voor- als tegenargumenten werden uit de Bijbel gehaald.

Gesprekshandleiding ‘kerk en slavernij’

De gesprekshandleiding 'De Bijbel: inspiratiebron en instrument ten tijde van slavernij' – die gemaakt is naar aanleiding van bovengenoemde tentoonstelling - helpt om een (groeps)gesprek te voeren over kerk en slavernij. Download de gesprekshandleiding op de themapagina Slavernijverleden.

Lees ook het Protestants perspectief over Keti Koti 2024 van scriba René de Reuver:

Keti Koti 2024: zijn we klaar met herdenken?

 lees verder